
“Ik schreef mezelf terug in mijn eigen verhaal.”
Potverdikkie, toen ik hier begon met schrijven wist ik eigenlijk niet zo goed waarom, behalve dat ik verhaaltjes wilde delen. Geen idee voor wie of wat, laat staan waarom. Als ik behoefte heb aan pizza stel ik die vragen ook niet aan mezelf, dan eet ik dat gewoon. Hetzelfde in deze. Ik had craving en gaf er aan toe. Daarmee heb ik de drang ge-sssht en nu lig ik voldaan, horizontaal op mijn bankje uit te buiken, want het zit niet meer in mijn systeem.
Ik wist in 2023 überhaupt niet zo goed wat voor een winst ik uit mijn plot twist kon halen. Weet ik nu pas.
Toen ik nog in therapie zat bij mijn praatpaal, vroeg ze me een aantal keer om een brandbrief te schrijven. Heb ik meermaals geprobeerd, maar ik vond dat moeilijk. Ik heb daar flink op tegengesputterd, maar deed wel een poging. Iedere keer leverde ik een slap aftreksel in waarvan ik zelf dacht: O-ho, dit is heftig! Om het vervolgens weer over te moeten doen omdat ik volgens haar niet diep genoeg ging. Twee keer heb ik het geprobeerd, om daarna te weigeren. Die opdracht heb ik nooit afgemaakt.
Ruim tweeënhalf jaar later ben ik er blijkbaar klaar voor. Maar dan wel op mijn manier en voorwaarden.
Het is tijd voor the grand finale van mijn driedelige samenvattingsreeks. Heb ik geen zin in, maar deze laatste keer moet nog even. Voor mezelf. Om het af te sluiten.
Zal ook later in dit verhaal even uitleggen waar het experiment nou eigenlijk over ging.
Spoiler: ik heb mijn status ook alweer een tijdje van ‘wij zijn vrienden!’ naar staat—eventueel-open-voor-iets concreters aangepast in vrijgezellenland. Wat ik op zich al een goede reden vind om maatregelingen te treffen trouwens, want dit verhaal is een goede test of je er überhaupt aan wilt beginnen.
Het goede nieuws is dat een ander hier niks mee hoeft te doen.
Het slechte nieuws is dat je dit stukje van mij er gratis bij krijgt.
Handig wel, zo’n online Curriculum Vitae. Kijk maar ff of je er iets mee kunt.
Mocht je onderweg denken: waar blijft het vuur? Dat komt.
Eerst even wat losse eindjes wegknopen.
Nou goed. Pak voor de zekerheid alvast even een glas melk, want dit kan nogal spicy binnenkomen.
Neutraliseert de boel een beetje.
Ready for KABOEM?
Let’s go.
Btw, ik val vast in herhaling met bepaalde dingen. Maar zelfs ik vind mezelf te lang van stof om alles terug te lezen. Hierna word ik weer origineel, beloofd.
Oh ja, en mocht ik mezelf in een ander verhaal tegenspreken: dat heet ontwikkeling, of zoiets..
Benzine
Er is één kant van mezelf die ik de afgelopen jaren slecht één keer heb laten zien aan iemand, en dat is mijn boze kant.
Ik mag dan wel niet zo snel boos zijn, maar tuurlijk heerste er een ongecontroleerde razernij in mij naar aanleiding van wat er allemaal was gebeurd. Als ik die de vrije loop had gelaten, dan schrok je je helemaal de tandjes.
Daarom maakte ik de afspraak met mezelf: mondje dicht, totdat je wat zinnigs te zeggen hebt.
De handleiding hoe overal mee om te gaan kreeg ik er sowieso niet bij. Geen idee of de postduif verdwaald raakte, maar soms moet je het allemaal zelf uitvinden.
Die woede bleek trouwens ook verrekte handig te zijn, want ik zette het om in benzine. Daar heb ik het de afgelopen jaren (naast ook heel veel lachen en huilen) mede op gedaan. Want in plaats van met een emmer woordenkots te smijten, zette ik er een interne steekvlam mee aan waardoor ik nog harder ging, bijvoorbeeld met sporten (wat een enorme uitlaatklep was/is).
Potverdikkie, wat kan ik daar hard op knallen. In plaats van dat het me opvreet, voed ik mezelf ermee.
Daar heb ik veel persoonlijke records mee neergezet.
Woede
Mijn praatpaal had ook zeker wel een punt, die woede moest uit mijn systeem. Ze vroeg mij destijds om brieven te schrijven aan de personen die een aandeel hadden in de verrassingen van 2022/2023. Ik heb ze nooit allemaal gedeeld hier, ga ik ook niet doen. Het enige wat ik er als laatste aan toe wil voegen, is dat verslaving een grote rol speelde. Dat is niet mijn verhaal en ook niet mijn expertise. Ik deel alleen de gevolgen. En die waren bedroevend.
Ik vind sindsdien de scriptschrijvers van Goede Tijden Slechte Tijden eigenlijk een stel amateurs. Ik had sowieso al een hekel aan soaps, wist nooit zo goed waarom. Nou, hierom dus. Want what a waste of time. Ik vind drama niet leuk.
De meest matige verrassing die met stip op nummer één staat kun je hier lezen. Hoeft niet, want je begrijpt de strekking wel in dit verhaal.
Uiteraard was het dus ook de bedoeling om de hoofdrolspelers in dat verhaal een anti-liefdesbrief te schrijven. Ik weet inmiddels waarom ik dat niet kon. Die mensen in dat verhaal waren in mijn ogen op dat moment verloren zieltjes, hartstikke waus. (Geen idee wat de status nu is.) Ik snapte de opdracht wel, maar tja; ik schrijf ook geen briefjes aan een stoelpoot.
Het had geen zin en daarmee verging bij mij de motivatie om er diep in te duiken. Ik kan wel zenden, maar ik weet dat het toch niet aankomt. De ontvangstkamer is onbezet, niemand thuis. Maar ik laat het er nu voor het eerst uit. Naar iedereen die wél in staat is om te ontvangen.
Want dat interne steekvlammetje kan ik nog steeds aanzetten, maar dan in full control en met de stem die ik wil gebruiken. Wie weet heeft het deze keer wél zin. Voor mij in ieder geval.
De strijd
Zelden heb ik het hardop gezegd, en ik vind het vandaag de dag nog steeds ingewikkeld om dingen een label te geven. Maar ik had heel erg veel last van traumaklachten. Uitte zich bij mij in de Hyper(depiep)-stand.
Voor degenen die het herkennen: jullie snappen wat ik bedoel. En als je niet weet wat de gevolgen verder betekenen mag je het zelf opzoeken. Mijn conclusie is dat trauma helemaal ruk is. Het is een antwoordapparaat met een kut-voicemail die zich constant blijft herhalen. Dat bandje had een eigen leven.
Ik kon de walkman hartstikke kapot slaan, maar het bleef in repeat gewoon doorjammeren op de onverwachtste momenten.
Alsof ik random door de Albert Heijn liep, en de vleesafdeling het grappig vond om het daar via de luidsprekers af te spelen.
Stond ik daar. En het enige wat ik dacht was: “AHW REALLY?!”.
En voor ik het wist, stond ik dus niet meer tussen de schnitzels, maar weer in die nacht.
Dat is echt dikke junkfood voor je ego. Slippen je aderen compleet van dicht als je er niet mee aan de slag gaat.
Mijn bandje ging niet zozeer over dat ik mezelf een waardeloze trol vond.
Ik werd vooral heel pissig van dat antwoordapparaat op anderen. Omdat die voicemail ervoor zorgde dat ik het vertrouwen in de medemens kwijt raakte.
Met als gevolg dat ik ging twijfelen of anderen mij wel op waarde konden schatten.
Wanneer dat bandje zich afspeelde, wilde ik schreeuwen: FUCK YOU. Ik ben zoveel meer waard dan jij denkt!
Moet je je voorstellen dat ik dit ineens hardop tegen een onschuldige vakkenvuller zou brullen.
Die stond daar dan met verschrikte oogjes te kijken: “Maar mevrouw, ik sta hier gewoon rustig de bloemkolen te sorteren. Ik zei helemaal niks?!”.
De scéne
Toevallig keek ik vorige week een film waarin een scène zat die dezelfde strekking had als wat er bij mij is gebeurd.
Kan ik overigens al lange tijd rustig naar kijken, sla ik niet meer van op aan.
In die scène praat een vrouw achteraf tegen haar liefje.
Ze zegt:
“Jij was er niet bij.
Wat als het ze wél was gelukt!”
Waarop hij zegt:
“Maar… hij heeft je toch geholpen? En hij zei dat er verder niks is gebeurd?”
Zij:
“Dat is niet waar. Je hebt het niet gezien. Jij was er niet bij.”
Hij:
“Ik weet het. Het spijt me.”
Zij, huilend:
“JIJ WAS ER NIET. En Als het ze wél was gelukt, dan had ik een pistool gepakt en me door m’n hoofd geschoten. Ik meen het. Ik weet dat ik altijd zeg dat mensen die zich van kant maken gek zijn. Maar ik denk dat ik dan gek was geworden.
Wie wil je nog na zoiets?
Wie wil er dan nog naar je kijken?”
Ik snapte haar.
Zo dacht ik dus een paar jaar geleden ook dat ik hartstikke koekoek aan het worden was.
Omdat er in eerste instantie werd gedaan alsof wat zich toen afspeelde, de normaalste zaak van de wereld was. En ik dacht dat ik het daarom ook normaal moest vinden.
Ik heb herhaaldelijk bij dokkies aan tafel gezeten en twee verschillende praatpalen gehad.
Geen van hen stelde een onderdrukkend-persoonlijkheidsstoornis-pilletje voor om mijn geestelijke gezondheid in goede banen te leiden. Daar is overigens niks mis mee hoor, wat moet, dat moet.
Maar het enige wat ik een paar weken kreeg was een olifantendosis aan pammetjes. Wat echt te gek spul is trouwens! Want van niet kunnen slapen kun je ook echt helemaal leip worden. Oh ja en ik mocht daarna in een discolamp staren (emdr).
Bij mij was er iemand ook níét bij, die ik keihard nodig had. Fysiek wel. Maar geen idee op welke planeet diegene zich op dat moment geestelijk bevond. Je weet dat er mensen bestaan die hartstikke koekkoek zijn.
Maar wanneer je ze ontmoet, dan hoop je wél dat de mensen die je blindelings vertrouwd, helpen, en er alles aan doen om je veilig te houden. Dat lijkt niet te veel gevraagd…
Bleek van wel.
Gelukkig was daar een wildvreemde die het daar dan weer níét mee eens was.
Dat hoogverraad, in combinatie met alles wat eromheen speelde (wat die boodschap alleen maar versterkte) was voor mij heel lastig te lijmen.
Ego
Toen ik definitief uit elkaar was met mijn voorgaande relatie, begon ik langzaam alle touwtjes aan elkaar te knopen.
Alles leidde constant naar hetzelfde onderwerp: het ego.
Hebzucht, lust en macht waren drijfveren van anderen waardoor alles in elkaar pleurde.
Ook dat heb ik nooit goed begrepen, maar okee; leef en laat leven.
Wat ik wél weet, is dat ik niet lang stil kan blijven liggen. Nooit goed in geweest ook, en toen al helemaal niet.
Ik was een ongecontroleerde stuiterbal.
Ik heb namelijk ook een ego.
En het ego is zóveel meer dan de drie opsommingen hierboven.
En de conclusie was dat ook mijn ego helemaal naar de getver was na dit hele gedoe.
Die heeft namelijk ook drijfveren.
En een van mijn grootste drijfveren werd: controle.
En laat dat nou net hetgeen zijn wat ik niet meer had.
LASTIG.
Ik snakte naar zelfbeheersing. Op alle mogelijke manieren.
Ik wilde dat niemand mij ooit nog in zijn macht hield, zodat ik vrij was.
Die controle was ik op heel veel vlakken kwijt.
Er waren dingen voor mij bepaald waar ik niks aan kon doen, en waar ik geen stem in had gekregen, door andere kapotte ego’s.
Met als gevolg dat ik destijds besloot dat er nog maar één ego was waar ik me mee bezig ging houden en controle over wilde krijgen: die van mezelf.
Dat werd mijn missie.
Mijn ego ging anderen niet lastigvallen met mijn shit.
Geen onschuldige slachtoffers maken van mijn stomme script. En ook niet verslagen in een hoekje wegkwijlen. Dat deden die anderen wel.
En ik had bewijs van wat voor een schade dat aan kan richten. Ik heb mijn hele leven al ervaren dat alles trainbaar is. Dus ook dit: diep gaan om hoog te komen. Iedere keer weer opnieuw.
Dat dacht ik te kunnen doen door mezelf (figuurlijk dan hè) naar een onbewoond veilig eiland te verhuizen.
Helemaal alleen, waar niemand kon komen. Ik nam af en toe het bootje naar mijn praatpaal. Of voor een knuffel van mijn lievelingen. Maar het bootje naar het vaste land (de buitenwereld) nam ik alleen als ik me sterk genoeg voelde. Ik deed mee met het ‘gewone’ leven om me vervolgens weer terug te trekken. Om de oorlog uit te vechten met mijn eigen stemmetjes.
‘Mij krijg je niet klein’
Ik dacht hier te brullen als een leeuw, maar in werkelijkheid piepte ik als een klein welpje.
Vrijgezel
Dat ik buiten mijn eigen eilandje bleef pendelen, was onderdeel van mijn training.
Voor mij was de grootste trigger de voorgaande jaren het oordeel over mijn uiterlijke verschijning.
Alles wat op basis daarvan werd gezegd, voelde als een aanval op mijn waarde:
Ik ben meer dan een verpakking!
Dat ik net weer vrijgezel was, hielp daar niet echt aan mee, want dat zette een heel ander licht op mij: beschikbaar.
Of ik het nou leuk vond of niet, daar werd ik altijd wel ergens mee geconfronteerd.
Het maakte niet uit of ik als een tomboy verscheen, een sjaal over mijn hoofd bond, of toch besloot poep te hebben en me te kleden zoals ik dat wilde. Al zei ik dat ik een non was, of smeerde ik in plaats van deo mest onder mijn oksels: er werd wat van gevonden. En regelmatig ook wat van gezegd. Dat was op zichzelf ook al weer een strijd want ik wilde daar helemaal niet over na hoeven denken.
Vooral mannen die wat van mij wilden vond ik daarom lastig, omdat er een groep een hele nare boodschap op mijn bandje hadden achtergelaten: alsof mijn meerwaarde pas telde als er iets tussen de benen van een ander begon te bewegen.
Kon ik niks aan doen.
Dat terwijl ik mannen echt te gek vind! Ik heb ze daarom een hele tijd compleet de friendzone in gemoederd. Bewust, omdat ik net uit een langdurige relatie kwam en een tijdje alleen van het leven wilde genieten. Vrij rond wilde huppelen. Maar ook omdat ik geen relaties kon hebben. Was ik echt niet toe in staat.
Ik zag het zelfs negen van de tien keer ook niet eens wanneer iemand echt wat van mij wilde of oprecht geïnteresseerd was.
Wilde ik ook niet zien of weten, want dan kreeg ik een error. Met iedere man die in mijn leven verscheen, was ik alleen vrienden.
JOEPIE.
Wanneer ik niet meer kon ontkennen dat iemand meer van mij wilde? Dan gingen de alarmbellen weer af:
Jij moet mij niet leuk vinden op die manier. Stop daarmee.
Anders zorg ik ervoor dat je mij niet meer leuk vindt.
Dat soort interesse was voor mij geen compliment. Het was een strijd waarmee ik de controle over mijn brein verloor. Daar deed ik mezelf, mensen (en vooral mannen) mee tekort, zolang het antwoordapparaat het nog deed. Daarom zorgde ik voor afstand en hield vooral mijn mond.
Mission Impossible
Nogmaals: ik kreeg geen handleiding met hoe ik dit moest aanpakken. Gevalletje go with the flow en we zien het wel.
Er zijn — ik weet niet hoeveel — mensen die mij wel eens hebben gezegd: stop, niet doen, links, rechts, wél, niet. Maar vooral: laat los.
Het waren allemaal mensjes die, lief bedoeld, wilden (bij)sturen. Maar ja, zoals mijn opaatje zei: laat haar het lekker zelf uitzoeken.
Zal ik dan nu een geheimpje verklappen? Mijn doel om mijn eigen ego te verslaan was onmogelijk.
Zelfs een boeddhistische monnik wordt nog weleens link als iemand uit z’n rijstpannetje eet. Om vervolgens met een pollepel achter je aan te gaan en uit te halen. (Terecht trouwens. Eten is bij mij ook heilig.)
‘Joh Els, dat had ik je van tevoren ook wel kunnen vertellen.’ HA. Jij mag van mij hartstikke gelijk hebben.
Maar er zijn maar weinig mensen die de (zelf)kennis hebben die ik nu heb, doordat ik er lekker níet naar luisterde, het op mijn manier deed, en er de tijd voor nam.
Ik heb echt van alles en nog wat geprobeerd de afgelopen jaren, en SHIT wat heb ik vaak verkeerde afslagen genomen zeg. Waardoor ik nóg meer in conflict kwam met mezelf.
De beste afslag was toen ik de deur van de fysieke ingang helemaal dichttrok en besloot tijdelijk als non door het leven te gaan. Vond ik in het begin echt een heel suf besluit van mezelf (oh nee, dat vond mijn ego), maar daardoor maakte ik ruimte voor de juiste prioriteiten.
Heb ik bewonderenswaardig lang volgehouden, vind ik zelf. Maar het bleek achteraf ook allesbehalve saai te zijn. Ik ben blijkbaar een persoon die het dweilen van de vloer nog spannend kan maken en ik heb me geen seconde verveeld.
Tussendoor kon ik eventjes zorgen dat ik van mijn passie mijn werk ging maken, helemaal ingedeeld zoals ik het mij zag en wilde.
Sportte ik me een ongeluk en werd ik fitter dan ooit. Vond ik nieuwe hobby’s.
En daarnaast deed ik allemaal leuke dingen met lieve, toffe mensjes die ik vertrouwde en waar ik mij veilig bij voelde.
Daardoor vond het antwoordapparaat het steeds minder leuk om te joelen, want er speelde niks op dat gebied waar het naar terug kon verwijzen.
Dat was de allergrootste beloning: ik had mijn ego dan wel niet altijd onder controle, maar ik herkende wanneer die begon te praten en leerde steeds beter wanneer het onzin tegen mij liep te verkopen. Daarmee stootte ik die bitch (in combinatie met therapie) steeds vaker van haar troon.
De stem die ervoor terugkwam en waar ik het allermeeste naar luisterde? Die van mijn intuïtie en mijn gevoel.
Daardoor weet ik een aantal dingen nog beter:
- Ego wil NU scoren. Nu fixen. Nu een statement maken. → Maar vertragen is de kill switch om echt te voelen.
- Ego schreeuwt als een dronken supporter. → Gevoel fluistert nuchter.
- Ego wil ALTIJD gelijk. → Gevoel wil vrede, zelfs als het ongemakkelijk is.
- Ego maakt van een mug een olifant. → Gevoel ziet een mug, constateert, en slaat ‘m — als het nodig is — dood. (Ahw, zielig.)
- Ego moet leuk vinden. → Gevoel weet: als het klopt, dan blijft het vanzelf.
- Ego: jagen, scoren, trofee. → Gevoel: maakt me geen reet uit, zolang ik mezelf maar kan uitstaan.
En zo heb ik er nog honderd. Vraag maar om m’n ego-bingokaart.
Mijn grootste voordeel was altijd al dat ego’s zelfspot haten. Gelukkig ben ik daar een kei in, want het haalt de lading er gelijk weer af. Was mijn beste troefkaart: ik heb haar het vaakst weggelachen. Sukkel.
Vice versa
Wat de buitenwereld zag was iemand die er het beste van probeerde te maken. Het is gewoon heel chill om soms te kunnen doen alsof de belangrijkste vraag is: wil je vandaag bowlen of pottenbakken? Wil je extra kaas of extra spek op je pannenkoek? Gewoon genieten van de kleine dingen. Kan ik gelukkig goed, en het zoveel mogelijk gescheiden houden voelde ook het fijnst.
De belangrijkste les die ik daaruit haalde is dat ik mezelf soms een grotere rol toedichtte in andermans hoofd dan terecht was. Want het is heel gemeen van mij dat ik dit zo heb doorgetrokken op anderen. Begrijpelijk maar niet eerlijk. Want heus niet iedereen wil wat van mij. Ook niet op die manier en al helemaal niet zonder toestemming. Dus echt sorry daarvoor.
Maar de keerzijde hiervan is ook dat andere mensen dachten (en denken) dat ik met hén bezig was. Dat hoe ik de afgelopen jaren bewoog een kreet was om gehoord of gezien te worden. Dat hun mening en validatie belangrijk voor me waren. Neem even een slokje melk, want voor wie zich nu aangesproken voelt: misschien heb je mijn bewegingen iets te veel op jezelf betrokken. Ik wilde geen ‘extra’ aandacht, ik was gewoon mezelf voor zover ik dat kon zijn. Mogen bestaan en m’n ding doen, dat vond ik vooral een prettig goedrecht. Mezelf zichtbaar maken en houden was namelijk ook een belofte die ik deed. Zowel aan m’n oma als aan mezelf en ik claimde mijn daarbij behorende ruimtes.
En ook dat is ego: aannames en voor anderen denken. Dan heb je het verrekte vaak hartstikke mis. De enige manier hoe je iets te weten komt is door het letterlijk te vragen, want het enige goede antwoord dat er is, is van de persoon zelf. We zijn niet zo goed dat we dat voor een ander kunnen invullen.
Experiment
Begin juli besloot ik van de een op de andere dag mijn persoonlijke Instagram offline te halen en een experiment met mezelf te starten om o.a. te kijken wat dit met mij zou doen. Ik had het trainingskamp er al lang opzitten, mijn nonnendiploma behaald en mijn kruisje ingeleverd. Maar ik had ook weer het een en ander af te leren. Daar was ik al mee begonnen, maar nu was het tijd voor drastische maatregelingen.
Toen ik deze website online slingerde, had ik dus geen idee wat ik ermee wilde bereiken. Had ook wederom niks te maken met anderen; ik wilde geen zuurstokje zijn die het anderen moeilijk ging maken vanuit wraak.
Nee, de reden was — weet ik inmiddels — dat ik mezelf terug moest schrijven in mijn eigen verhaal. Alle mensen die er een aandeel in hadden, hebben twee jaar de tijd gehad om mee te schrijven aan de uitkomst. Nu was het mijn beurt om het te mogen laten bestaan.
Het zal nooit helemaal aankomen bij anderen, ze hebben er geen beeld bij, laat staan het gevoel dat het losmaakt. Het blijft een eenzaam stukje van mezelf dat ik heb leren dragen. Is okee, i’ve got this.
Ik kan er prima over praten met anderen, alleen niet met de lading die het voor mij heeft.
De enige manier waarop ik het echt kon vertalen, was óf door het te laten zien als het me eventjes grijpt (wat ik vandaag de dag nog steeds lastig vind), óf door te schrijven.
Ik koos het laatste. En deze website bleek het laatste puzzelstukje om het kwijt te raken.
Het is al lange tijd aardig stil in mijn hoofd. Of nou ja, zover dat mogelijk is bij mij, er is in ieder geval geen antwoordapparaat meer.
Mijn cortisollevel heeft alleen zó lang boven de Everest uit gepiekt, dat ik vergat dat ik helemaal niet meer zo hard hóef te rennen.
Fysiek en mentaal heb ik mezelf de afgelopen weken op alle vlakken onder de loep genomen: wat hoorde bij de naweeën van deze heftige bevalling, en wat waren gewoontes van mij waar ik oprecht beter van werd?
Die balans heb ik terug. Het blijft mijn beste uitlaatklep, alleen duw ik nu vaker op de rem.
Wat ik ook niet goed heb gedaan, is dat ik toen ik hier begon met schrijven, mezelf wéér onbewust in tweeën splitste.
Ik deelde koprolletjes, fuifjes, vrolijke hobbeltjes op mijn persoonlijke Instagramaccount, en mijn misèreverhaaltjes op @elsewherevisual.
Ik werd (en word) sowieso regelmatig beschuldigd van het willen worden van een grote influencer.
Haha, moet ik altijd om lachen. Mocht je het antwoord willen weten: vraag het me dan vooral.
Daarbij komt dat mijn waarheid is dat we allemaal al influencers zijn. In het dagelijks leven.
Ja, iedereen, jij en ik ook. Als jij toffe sokken aan hebt, wil ik ze mogelijk net zo graag als wanneer de paus ze zou dragen.
Alles wat we doen heeft effect op minstens één iemand. Bij deze: gefeliciteerd met je nieuwe functieomschrijving.
Waar het mij om ging, is dat ík het nodig had om (online) opnieuw te beginnen met wat wel of niet bij mij past.
Maar het allerbelangrijkste: ik moest achter mijn eigen woorden gaan staan. Pas dan ben ik heel en een totaal.
Juist omdat ik het inderdaad een gezellige plek vind waar ik graag dingen op pleur.
Het is een verlengstukje van mezelf, waar ik alleen maar hoef te zenden zonder er ook maar iets voor terug te willen ontvangen.
Teruggeven doe ik in het echte leven. En misschien zelfs wel hier, door mijn ervaringen te delen.
Mocht je je daardoor afgewezen voelen: het ging nooit om jou.
Ik mag opnieuw kiezen. En ook dat geldt andersom weer net zo.
Het zal me echt een worst zijn wie er wel of niet op het volgknopje drukt. Instagram is een gratis museum voor (ramp)toeristen. Geen maatstaaf of je ertoe doet in het echte leven.
Het experiment was binnen dag één al geslaagd, want het geeft mij ongelofelijk veel rust. Ik ben overal mezelf: Elise.
Clean sheet, fresh start.
Pollepel
Ik ben vreselijk oké met wie ik ben en wat ik allemaal in mijn leventje heb. Soms wil ik nog steeds wel eens met een pollepel achter iemand aan hollen. Zal ongetwijfeld ook nog wel eens gebeuren.
Maar meestal zie je me helemaal niet wanneer het verkeerde stemmetje invloed heeft, want dan ben ik even een hartig woordje met mezelf aan het praten (ergens op een onbewoond eiland). Totdat ik het weer heb rechtgetrokken.
Ook heb ik trouwens een speeddial-lijstje met mensen indien ik echt een interventie nodig heb.
Dat zijn allemaal wijze mensen die zeggen: ‘Els, ophouden nu. Dit past niet bij jou, walk away.’
Is ook zo. Thanks. En door!
Het leven is bij mij heel eenvoudig: je zegt wat je voelt en je doet wat je zegt.
Als het ‘doen’ niet lukt, begin je weer bij je gevoel en probeer je het opnieuw.
Met de juiste stem is dat nooit fout.
Oh ja, en je doet heel hard je best om een goed mens te zijn (klein detail).
Dit maakt dingen bij mij ook heel simpel: ik ben in the end altijd eerlijk tegen mezelf en daardoor ook naar anderen. Dat maakt mij heel vaak in control en dus vrij.
Dat gevoel gun ik iedereen.
Er is wel een uitzondering trouwens, wat betreft die pollepel en mijn woedebeheersing. Die heb ik over het algemeen prima onder controle, behalve als het om iemand anders gaat.
Waar ik harder dan ooit tevoren op aansla, is wanneer ik zie dat iemand vanuit ego iemand anders in de verdrukking duwt. Ik heb namelijk echt een knetterharde bloedhekel aan onrecht. Laat mensen met rust en in hun waarde.
Als ik zie dat diegene het zelf niet af kan:
damn sure dat ik ingrijp.
Want dat mag je ook bij mij doen.
Ik breek geen knieschijven ofzo hoor, maar wanneer je scheve verhoudingen hanteert, komt deze kleine smurf er wel even alles aan doen om je verbaal weer gelijk te maken, ook als je tien koppen groter bent.
Maakt me niet uit wat voor een trauma of verhaal je met je meedraagt, ik ken nog wel een onbewoond eiland en een praatpaal.
Wanneer je weer normaal kunt doen, praten we verder. Krijg je zelfs een knuffel als het helemaal blubber gaat.
Doe ik voor man, vrouw, opa, oma, kind, vis en elk ander levend wezen.
Zolang ik een stem heb.
En zelfs daarna nog. In alle mogelijke gebaren.
JE WAS ER NIET BIJ
Er was een reden waarom dit laatste deel wat langer op zich liet wachten, en hoe langer ik het uitstelde, hoe moeilijker het werd. Ik had met mezelf een datum afgesproken waarop ik mezelf een paar jaar geleden stom vond. Was een grapje tussen mij en mij, omdat ik toen een verkeerde afslag nam voor mezelf. Die datum was gister en die maakte me boos. Ondertussen vond ik het ook stom dat ik de moed was verloren om het online te knallen. Werd ik nog bozer van. Ha, daar was mijn ego-stemmetje weer. Die wil dit verhaal niet zijn. Is wel een stukje van mij. Deal with it Elise.
En dan kom ik toch weer uit bij het begin, waarom ik die brandbrief niet kon schrijven. Het blijkt dus zo te zijn dat de reden van die ‘stoelpoten’ niet de enige was. Waar ik nog meer van moest kotsen, was dat ik mezelf belangrijk genoeg moest vinden om iemand de poten onder z’n lijf vandaan te schrijven. En dat kan ik. Maar daar houd ik helemaal niet van. Dus word ik liever boos op mij. Zoals de afgelopen dagen. Ik loop hier al maanden te lullen over mezelf en mijn misère. Omdat ik vind dat dit het enige is wat ik feitelijk zeker kan weten: mijn ervaring. Ik kan niet voor anderen praten. Terwijl mijn verhaal zelfs ondergeschikt voelt aan iets veel groters. Voor mij hoeft het niet meer dan dat: dat het er is. Zonder oordeel. Was gewoon echt heel erg KUT.
Maar ik ga die boosheid nu wel even terugkaatsen, want eigenlijk ben ik niet boos op mij maar op iets anders. Ik zet mijn ego opzij om te zeggen wat ik wil zeggen. Deze website was altijd voor mij, maar nu wil ik er een verschil mee proberen te maken. Door een poging te doen om dat wat smerig ruikt, pijnlijk klinkt en vies proeft woorden te geven. ik haal dit voorbeeld er niet bij om mijn verhaal te vergroten. Mijn verhaal is niet hun verhaal, het verschil is zelfs levensgroot. Maar de angst, de machteloosheid… die taal snap ik.
Het zal niemand zijn ontgaan dat er vorige week op walgelijke wijze een meisje om het leven is gebracht. Zo zijn er nog veel meer. Ook mensen die het wél overleefden, maar waar het kwaad al was geschied. Geen idee hoe je daarmee verder moet. Ik heb er ook geen woorden voor, behalve dat ik het vreselijk voor je vindt. En dat ik je nog wel wil en zie.
Mijn spijt gaat uit naar hen.
En nee, ik ga ook niet meedoen aan de hele discussies die rondgaan over ‘gelijk’. Want mijn god wat moeten we daar met z’n allen veel van vinden en over tetteren. Zo niet het punt. Dit is precies wat mij boos maakt en waarom ik vaak wel stil ben. Weg loop zelfs, als het onderwerp wordt aangeslagen.
Want waarom laten we het niet bij degenen die er iets mee te maken hebben. Het hoeft niet kapot geanalyseerd te worden. Het hoeft alleen maar te mogen bestaan. En het verdient het om aangekeken te worden , door ieder individu in stilte. Maar de aandacht hoort te liggen bij o.a. dat meisje en het resultaat. Niet bij de ruis. Punt.
We zijn het er allemaal over eens (op de stoelpoten na) dat dit een van de grootste nachtmerries is die je kan overkomen. Dat je doodsangsten uitslaat wanneer het de realiteit dreigt te worden, laat staan wórdt.
Er zijn honderd dingen die ik kan verzinnen die ik anders had kunnen doen de afgelopen jaren. Ook die ene nacht (heb ik ook ik weet niet hoe vaak over nagedacht). Maar het maakt de uitkomst niet anders. Dus al vind iemand me niet aardig, droeg ik toevallig geen bh, had ik een klappertjespistool in m’n zak moeten hebben, had ik niet zo flauw moeten doen en gewoon gezellig mee moeten lachen, weet ik veel, bedenk er van alles bij. Verzin argumenten voor de groep aanwezigen die erbij waren waardoor het ineens wél okee is dat ik zo ziekelijk bang moest worden. Maar voordat je dat doet: draai het eerst even om naar jezelf. Of naar iemand die je wél hoog hebt zitten. Misschien wil jij gewoon niet zien hoe de rolverdeling hier echt ligt en wat dit script je eigenlijk vertelt.
Wat een hele grote groep op momenten als deze vergeet te doen, is zich afvragen waar zíj baat bij zouden hebben gehad, als het henzelf betrof of (in)direct had geraakt. Als ze wel echt verantwoordelijkheid droegen. Ga daar eens over nadenken. Wil jij dat die vragen over jou worden gesteld? Of wil je graag dat men jou blijft zien als een mens, een persoon, met waarde?
Het moment valt niet terug te draaien. Maar hoe erop wordt gereageerd, draagt bij aan hoe je er weer uit kunt komen.
We hoeven niet eens bij iemand binnen te dringen om indruk te maken én ‘in’ iemand te gaan zitten.
En één losse gedachte is al een bevestiging op iemands antwoordapparaat. Daar kunnen we iedere dag zelf een verschil in maken. Door vaker onze mond te houden en de focus op onszelf te houden. Zoveel invloed hebben wij. Jij en ik!
De beste stuurlui staan aan wal, zeggen ze toch vaak? Waan jezelf vooral niet onschadelijk. Dit soort dingen kies je niet. Die overkomen je. En ook als je normaliter een vechter bent, heb je het niet altijd voor het zeggen. Op zo’n moment neemt je lichaam het over. En die bepaalt hoe je reageert. Dat is niet goed of fout (high five als je net als ik team bevriezer bent. Dat heet: alle controle verliezen. Dat gevoel alleen al is afschuwelijk. Mijn persoonlijke mening? Het ergste gevoel wat ik ken.
En wanneer het jezelf overkomt, of iemand die je liefhebt, dan is het enige wat je wilt: mogen bestaan. En gehoord en gezien worden door de mensen die onderdeel zijn van je leven. Meer niet.
Wees vooral heel blij wanneer je kunt zeggen: “Ik was het niet,” of: “Ik was er ook niet bij, dus ik heb geen idee.”
Want je was er niet bij.
Godzijdank. Ik gun het je ook niet.
En ja, dit gaat over meer dan alleen dit.
Trauma is ook zoveel meer dan alleen dát.
Vervang ‘dit’ gerust door iets wat jou wél aangaat.
Want guess what: het begint bij jezelf.
Tot slot
Goed, dat was mijn kanon. Aka: mijn brandbrief. Pfoh, dat lucht op, kan nu eindelijk de fik erin. M’n praatpaal zal vast trots op me zijn dat ik ein-de-lijk heb geluisterd. Ben ook niet altijd makkelijk. Doe dingen liever op mijn manier.
In mijn geval komt er confetti uit, want het heeft me omvergeblazen maar nooit kapot gemaakt. Vooral bewust: dat ik een bofbips ben die veel heeft om kwijt te raken,
en daardoor nog meer om voor te leven.
Ik ga keihard m’n best doen
om iedere dag te rocken én terug te geven.
Ik heb mijn aandeel gedaan om het van mij geen tikkende tijdbom te laten maken.
Ik zou nog delen waar ik het meeste bang voor ben om kwijt te raken. Bij deze: het vertrouwen wat ik weer terug heb gevonden buiten mezelf, in anderen.
Het enige wat nu nog helpt, is mezelf zoveel mogelijk omringen met mensen en dingen die me dagelijks het tegendeel bewijzen.
Die me helpen om mijn kracht te behouden, zonder een strijd te hoeven voeren.
Die mensen zijn er gelukkig genoeg. Maar eerlijk? Ik vind dat soms nog steeds spannend.
Zeker als het gaat om relaties.
Oké — en nu iets luchtigers: daten en relaties.
Inmiddels ben ik alweer een tijdje in staat om daarin te ontdekken.
Het mooie van mijn trainingen is dat ik inmiddels ook heel goed kan herkennen welke stem een ander gebruikt.
Het leven is een grote leerschool, en laat psychologie nou net mijn favoriete vak zijn en ik een gedreven studentje zijn.
Ik word er door ervaring met de dag beter in. Maakt ook dat ik niet zo snel onder de indruk ben wanneer het ego aan het woord is.
De enige manier hoe je mij verrast is door open kaart te spelen. Dan heb je mijn aandacht.
Wat je de volgende keer kunt verwachten?
Nou, ik ga op de Carrie Bradshaw tour, want ik leer o.a. heel veel door daten. Komen echt fascinerende lesjes uit voort. Hoe duidelijker ik ben, hoe mysterieuzer ik lijk volgens anderen? Getverdikkie, ik ben echt een wandelende paradox
Maar goed, ze wisten waarschijnlijk niet dat je bij mij wel een beetje moeite moet doen. Eerst die harde schil eraf, pas dan kom je bij het zachtgekookte stuk van dit ei.
NIEUWE SPOILER ALERT: je krijgt wat je geeft.