GAME OVER

Ik ben nog nooit kapot gemaakt. Ik ben opengebroken.

Mijn zus en ik spelen al jarenlang het bekende ‘dilemma op dinsdag’-spelletje. Voor wie het niet kent: het is een onzin-dilemma waarbij je uit twee bizarre scenario’s moet kiezen. Iedere week stuurt zij mij er eentje door en maken wij onze keuze aan elkaar bekend. Liggen we iedere week samen dubbel om. Zo leer je elkaar ook best goed kennen.

Ik neem deze dilemma’s ook echt bloedserieus. Van de week konden we kiezen tussen:
Alles wat je drinkt moet je uit een bak slobberen als een hond
Of
Elk verzoek moet je formuleren als bevel.

Ik koos optie 1, want ik slobber maar wat graag uit een bak als dat betekent dat ik anderen niet hoef toe te blaffen wat ze moeten doen. Brrr. Heb ik zelf ook zware allergie voor. Je kunt het gewoon netjes vragen, en anders mag je het nog een keer proberen. Of het gebeurt gewoon helemaal niet *WOEF*.

Deze week waren ‘spelletjes’ sowieso een thema in mijn leven. Spelletjes vind ik helemaal leuk: ezeltjeprik, ganzenborden, Monopoly, pimpampetten — joh, noem een tijd en plek: ik ben erbij!

Mocht je dat ook een geinig spelletje vinden, ik heb ook een dilemma voor je vandaag.
Als je moet kiezen: wil je dan een schilderijtje aan de muur zijn?
Of een spiegel aan de wand?

Keuze
Mijn voorkeur ging heel lang uit naar een schilderijtje zijn, het liefst wel een mooie, want dat willen we allemaal (ja, jij ook! Niet jokken!). Zou raar zijn als ik zei: ‘ik wil graag dat iedereen mij afschuwelijk vindt’. Ergens, een paar jaar geleden, kwam ik er alleen achter dat ik er gewoon niet zo goed in ben. Het is ook een beetje lullig van mij om mezelf zo voor te doen, want wanneer mensen me leren kennen, blijkt al snel dat ik het niet ben. Heel lang kon ik nog een soort van doen alsof en heb ik het weten te onderdrukken, maar een paar jaar geleden raakte ik definitief de luxe kwijt om nog te kunnen kiezen. Ik ben een spiegeltje aan de wand.

Poeh, ik merk dat ik mezelf even zwaar vind in dit verhaal. Past ook wel bij het thema, want ik heb echt een walgelijke kater op dit moment van schrijven. Wat maakt dat mijn hoofd ook nogal zwaar voelt. Oh well, is een keer wat anders dan het seksthema van vorige week. Met die vorm van diepgang heb ik ook wat zieltjes verloren. Had ook niet anders verwacht, want dan pas ik gewoon niet in een hokje en dat wil ik ook niet, is oké. Misschien word ik naast een spiegel wel een soort echoput door al mijn openbare hersenspinsels: hallo-hallo, is daar iemand-iemand-iemand? Geef ook niet, ik vermaak mezelf wel.

Goed, er zijn mensen geweest die wel eens tegen mij zeiden: ‘je bent kapot gemaakt’ of ‘je poten zijn onder je vandaan gezaagd’. Er zitten al wat verklaringen voor deze gedachtengang door de verhaaltjes hier.

Mijn waarheid? Ik ben nog nooit kapot gemaakt. Ik ben opengebroken (waarvoor dank). En dat is heel wat anders — en ook veel beter nieuws eigenlijk. Niet voor iedereen trouwens, maar wel voor mij.

Moe
Deze week was ik moe. Echt next level. Ik wilde mezelf nog net niet door het afvoerputje proppen. Mijn god, wat een ellende was dat. Vind ik echt zo jammer ook, want ik word daar niet gezelliger van. Ik vind klagen niet leuk en die behoefte was heel erg groot, afgelopen week. Gevolg was dat ik eigenlijk mijn onzichtbaarheidsmantel weer aan wilde trekken omdat:

  1. Er HEEL veel mensen zijn die klagen en dat helpt niet mee, en
  2. Ik geen zin had om te lopen zeiken en al m’n energie even nodig had om mezelf weer in gezellige sferen te leiden.

Ik word op zo’n moment niet alleen allergisch voor anderen, maar vooral van mezelf, en dat is heel onhandig.

Spelletjes
Ik heb in mijn leven echt al veel spelletjes gespeeld en ik wijk nu even af van de bord-/kaartvariant. Dat ik graag spelletjes met mezelf speel, heb ik al meermaals verteld. Daag me niet uit, want zowel fysiek als mentaal wil ik zelfs wel een poging doen om dwars door een muur te rennen als ik daar een toegevoegde waarde in zie.

Maar ik heb ook heel veel nutteloze spelletjes met anderen meegespeeld. Spelletjes die ik eigenlijk helemaal niet leuk vond, en waar ik oprecht heel erg moe van werd.
Ik ga er op z’n Els natuurlijk weer even een metafoortje van maken.
Ik noem het: breinschaken.

Het ‘leuke’ aan een schilderijtje zijn, vond ik altijd dat het nogal oppervlakkig is. Je kijkt ernaar en je vindt het mooi, of stom. Maar het had ook z’n voordelen — vooral voor mij. Mensen dachten namelijk vaak dat ik een dom of simpel schilderijtje was. Klinkt misschien onaardig, maar ik vond dat eerlijk gezegd best prettig.
Ik vond het heerlijk om the underdog te zijn.
Je deed mij echt een plezier door me te onderschatten — daar haalde ik onwijs veel voordeel uit. Zeker als je van plan was met mij te gaan breinschaken.

Want breinschaken heeft eigenlijk maar één doel: winnen.
Sommige mensen hebben zo’n intense bewijsdrang dat ze koste wat kost de grootste willen zijn.
Mag van mij hoor — leef je uit.

Er bestaan leden van deze club die daar écht álles voor doen, ook als dat betekent dat regels en afspraken gewoon overboord gaan. Ik speel zelf altijd eerlijk.
Waar het mij om ging? Dat ik mezelf erbij hield.
En dáár ben ik heel goed in.

Ik had al vrij snel door hoe het spelletje werd gespeeld en daardoor kon ik niet verliezen in mijn ogen.

Ik ben daar vooral zo goed in geworden omdat ik vaak tegenover iemand zat die dacht dat ik niet keek. Zodat ze stiekem net even het paardje een tikkie voordeliger op het bord konden schuiven.
Ik mag dan geen geboren strateeg zijn, maar ik heb iets anders: ik kan loepzuiver observeren. En ik heb een voorraad aan potjes geduld waar je u tegen zegt.

Hoe dat er vaak uitzag?
Laten we Sjakie erbij halen.

Sjakie
Sjakie daagde mij altijd uit. Niet omdat ik daar zin in had, maar omdat ik blijkbaar leuk schaakmateriaal was.
Sjakie wilde winnen — dat zei hij/zij nooit, maar het was overduidelijk. Je zag het aan alles. Het interne happy shake-dansje als er een ‘voordeel’ werd behaald.

Toen Sjakie voor het eerst vals speelde, vroeg ik nog vriendelijk of hij/zij zeker wist dat, toen er geniest werd, het torentje niet per ongeluk een ander plekje op het bord had gevonden.
Sjakie zei van niet.
Ik liet het daarbij.
En ik was weer een stukje wijzer.

Sjakie was opgelucht — en wilde méér van dat gevoel.
Want Sjakie wilde gelijk? Macht? Aandacht? Rijkdom? Of in elk geval: iets dat het ego voedt. Ik weet eigenlijk niet zo goed wat het doel van dit gebeuren was want ik snap dit niet. Maar goed.
Sjakie kreeg patronen.
Sjakie hoefde nooit toe te geven dat hij/zij vals speelde, want Sjakie liet het gewoon keer op keer zelf zien.
Sterker nog: Sjakie werd er slordig van.
Het ego groeide, en daardoor leek ik in andermans ogen steeds kleiner — want (domme ik) trapte er gewoon weer in.

Die spelletjes heb ik heel lang volgehouden.
Precies wetende wat er eigenlijk speelde.
Want ik ben niet iemand die het van een ander hoeft te winnen — interesseert me geen fluit.
Ik wil alleen van mezelf winnen.
(En ervaring en kennis? Die zijn ook gewoon winst.)

Totdat… ik er in 2023 zo klaar mee was, dat een willekeurige Sjakie tegen mij zei:
‘Schaak.’

Ik stond op.
En smeet het bord — met tafel en al — dwars door de kamer.
Sjakie schrok zich een hoedje, viel van z’n stoel, en hoefde eigenlijk niets te vragen.
Want Sjakie wíst al dat hij/zij de Sjaak was.

Sjakie had zichzelf wijsgemaakt dat ik een schilderijtje was.
Maar diep vanbinnen wist hij/zij allang dat mijn blik een spiegel is.

Het enige wat ik zei was:
‘Nu valt er helemaal niks meer van mij te winnen, want ik doe niet meer mee en de groetjes.’ *Zet kroontje op hoofd*.

Dat was dat. Ik vind dit echt een kutspelletjes en ik stop ermee.
Schaakmat, GAME OVER.

Duikboot
Afgelopen donderdag was dus de dag dat ik mezelf in het afvoerputje wilde stoppen, en dus vond ik het een mooi moment om de documentaire ‘Titan’ op Netflix te gaan kijken. Bleek dus een afschuwelijk en extreem voorbeeld van iemand die met zichzelf, intern, had moeten diepzeeduiken in plaats van mensen mee te voeren in zijn eigen ego-ondergang. Eigenlijk was ik mijn eigen allergie hier even aan het voeren.

Die man was in de veronderstelling dat, in plaats van achter zijn oren te krabben en te luisteren naar wat er tegen hem werd gezegd, het slimmer was om vooral zijn eigen belang voorop te houden. Waarom? Omdat als hij eraan toe zou geven, dan zou zijn spiegelbeeld in zijn gezicht exploderen.
Het gevolg van dit negeren? Dat alles letterlijk in elkaar klapte, met niet één maar vijf (dodelijke) slachtoffers. Oorzaak: zijn ego. Pislink word ik daar van, want wat een overbodig gedoe. Begrijp ik echt de ballen van.

De personen over wie ik het heb maakten het niet zo bont hoor, maar het lullige aan mijn metafoortje is wel dat de personen over wie ik het heb helemaal geen Sjakie heten — ze kozen alleen om er een te zijn.

Mijn waarheid is dat ik in een heel groot deel van mijn verhaal mijn mond hield over bepaalde spelletjes, omdat ik er zelf ook vaak baat bij had om de waarheid te negeren. Achteraf een stukje van mijn ego dat dingen niet wilde laten ontploffen, en het in stand houden van een leugen zo z’n voordelen had.

Bij mij deed iemand me achteraf het plezier om de lont aan te steken. *KABOEM*.
Het gevolg bij mij was alleen nooit een implosie — ik ben namelijk nooit in elkaar geklapt. Bij mij was het een explosie, en hoewel het beiden impact heeft, zorgde dit bommetje ervoor dat er voornamelijk alleen nog maar een stukkie lege grond overbleef. En daar moest ik het mee doen.

De bouwmaterialen en middelen om er snel weer wat leuks voor in de plaats te klussen waren helaas allang in rook opgegaan, maar hey — ik (be)stond nog steeds. En met mij nog genoeg lievelingen die te hulp schoten. Dat was voldoende.

Het allermooiste? Alles lag weer helemaal open. Inclusief ikzelf.
Dat betekende ook: al mijn keuzes.
En twee keuzes van mij waren heel duidelijk: ik ben helemaal geen schilderijtje, en ik speel niet meer mee volgens andermans verwachting.

(On)tevreden
Afgelopen vrijdag had ik weer eens een keer therapie. Huh? Daar ben jij toch mee gestopt?! Nee hoor, want ik heb alleen maar mensen in mijn leven verzameld die heel therapeutisch zijn. Soms is dat lachtherapie, soms frustratieregulatie, soms een potje onzin praten, etc. Ze hebben in ieder geval allemaal een belangrijke functie.

Standaard spreek ik iedere vrijdag met een vriendinnetje af om even een bakkie te doen op het terras bij onze favoriete horecatent. Haar functie is allround, net als bij anderen, want de voornaamste reden dat ik met ze afspreek is omdat ze awesome zijn.
Maar er is één ding wat zij als geen ander kan, en dat is mijn spiegel zijn.

Niet omdat ze staat te popelen om mij eens even de les te lezen, maar misschien juist wel omdat ze zelden iets te zeggen heeft over hoe ik kijk, beleef of kies. Maar dat wat ze zegt? Is altijd 100% raak.

Ik vertelde haar afgelopen vrijdag over mijn vermoeiende week, waarop ze zei:
‘Okee Els, maar wij zijn tevredenen mensen. Dat kan voor anderen heel lastig zijn om aan te zien, en het maakt ook dat sommige mensen wat van jou willen — vaak te veel zelfs.’
WOW.
Ja, dat is voor jou als lezer misschien geen WOW, maar voor mij wel.

Ik ben helemaal niet zoveel veranderd de afgelopen jaren — het werd gewoon steeds duidelijker zichtbaar wie ik eigenlijk ben. En ja, ik had daar nog wat over te leren.

Die zichtbaarheid kwam met nieuw getekende grenzen, en dat was voor veel mensen even wennen. Waar men eerst nog langs me heen liep alsof ik een schilderijtje was (omdat ik mezelf zo voorhield), liepen ze ineens tegen een spiegel aan. En dat was niet alleen schrikken voor hen — ook voor mezelf.

Wat voor velen ook ineens lastig werd? Dat ik niet meer zo makkelijk te onderschatten was. Vaarwel underdog. Hallo Elise.

Als schilderijtje paste ik ook veel makkelijker in iemands leven. Daar kun je prima dagelijks langs lopen zonder dat je er ‘last’ van hebt.
‘Oh hoi, jij weer.’
*staart terug*

Een spiegel is anders. Soms wil je daar gewoon even niet in kijken. Heb ik ook wel eens. Dan heeft het echt hele suffe dingen te vertellen:
‘JOW VETKLEP, weet je zeker dat je vandaag niet liever een zak over je hoofd doet?’

In dit geval praat ik niet zelf hoor, dat is mijn ego die mij heel af en toe ook wel eens wat wijs probeert te maken.
‘Hou eens op joh,’ roep ik dan terug.

Apart verhaaltje — vertel ik een andere keer — hoe je dat zelfbeeld weer eventjes een corrigerende tik geeft zonder de spiegel een hengst te willen verkopen of straal te moeten negeren.

Spiegel
Wat een spiegel zijn blijkbaar inhoudt? Waarheid.
Tja, meer niet eigenlijk. Ik heb mijn eigen waarheid, en die zorgt ervoor dat ik een heel tevreden mens ben.

Er zijn wel eens mensen die dan een wedstrijdje met me willen houden. Bijvoorbeeld op mijn uiterlijk, en dan zeggen:
‘Ja maar jij hebt ook niks te klagen, want kijk eens hoe je eruitziet?’.

Pff, proberen ze van mij weer een mooi schilderijtje te maken. Ik weet niet hoever je in al mijn schrijfsels bent gekomen, maar je mag het met dit antwoord doen:
op basis van looks heb ik het de afgelopen jaren het meest verloren. Daarbij komt, ik bepaal zelf wel waar ik over mag zeuren. Wanneer dit onterecht is mag je me heus een veeg uit de pan geven maar ga niet vergelijken.

Mijn kracht (en schoonheid) is dat ik tevreden ben, ja. Ik heb zo mijn wensen en ambities, maar in de tussentijd roei ik met de riemen die ik heb en dat vind ik he-le-maal prachtig. Dat is eigenlijk altijd al zo geweest. Dat maakt dat het voor mij ook heel lastig is om te begrijpen dat sommige mensen het niet zijn. Want ik kan die tevredenheid uit hele kleine dingen halen. Ik kan blij zijn met een lolly. Is geen grap, kan echt mijn dag maken. Dat is ook mijn ‘normaal‘.

Nu snap ik wel dat er voor mijn vrede het woordje ‘te’ staat, maar dat heb ik allemaal nodig voor mezelf. En dat snappen anderen dan weer niet helemaal, want sommigen denken dat dit bij mij te halen valt — die gemiste inner peace.

Daar wees mijn therapeut/vriendin mij afgelopen vrijdag dus ook zo mooi op.
Mensen die alsmaar ‘meer’ willen en geen genoegen willen nemen met wat ze hebben — of niet willen toegeven dat ze dan zelf aan zet zijn — gaan het altijd bij anderen proberen te halen. Vaak door psychologische spelletjes, want dat is ‘makkelijker’. Het kan alleen ook mij he-le-maal leeg zuigen.

Vroeger als schilderijtje kwam je daar bij mij ook makkelijker mee weg. Maar inmiddels als spiegel?
Oef.
Dat ‘meisje’ dat het eerst geduldig over zich heen liet komen? Is de dag met Sjakie en de vliegende tafel verdwenen. Wat voor sommigen overblijft is dat ik een confronterende spiegel ben. Ik doe blijkbaar mensen pijn. En dat wil ik niet, maar ik kan er niks aan doen.

Want helaas, ik kan je die tevredenheid niet geven en ik speel het spelletje niet meer mee, hoe hard je het ook probeert. Zodra ik mijn grenzen aangeef en jij gaat daar overheen en ik betrap je?
Dan weerkaatst dat in jouw zelfbeeld.

Dat bakkie was dus ook precies wat ik nodig had om weer in mijn kracht te komen. Afstand van alles wat komt halen. Vind ik niet leuk, want het is niet nodig. Sterker nog ik help graag met tips of advies hoe je het uit jezelf kunt halen. Mede door met jezelf te gaan schaken of te gaan diepzeeduiken.

Tot slot
Prachtige afsluiter van deze week want ik heb al mijn energie weer terug (of naja, morgen weer helemaal). Daarom was het feestje gister ook zo gezellig. Het feit dat mijn lichaam nu volledig op standje gifbestrijding staat neem ik maar even voor lief. Ik hoefde gelukkig niet door het afvoerputje. Er moest even wat negativiteit, wat eigenlijk helemaal niet van mij was, door het riool worden gespoeld.

Ik mag dan wel al heel lang niet meer aan brein spelletjes met anderen doen, ik moet ook even onthouden dat ontevreden mensen, die niet tevreden willen worden met zichzelf ook vermoeiend zijn. En daar wil ik best naar luisteren, maar als ik als een soort papegaai mijn keurig uitgetekende grenzen moet verdedigen met een soort pitch presentatie dan krijg ik daar echt acute jeuk van.

Mocht je aan het begin al een keuze hebben gemaakt in mijn voorgestelde dilemma: bedenk dan dat het één vooral mooi moet blijven hangen.
En het ander?
Die weerkaatst alles. Ook als je liever niet kijkt.

Een schilderijtje maakt indruk, een spiegel maakt impact.
Het schilderijtje kun je makkelijker in je leven toelaten, verwijderen en vervangen.
Een spiegel? Die blijft je achtervolgen en gaat in je systeem zitten en die krijg je er niet zomaar meer uit. Mits je een manier zoekt om ‘m te kunnen high fiven. Zoals ik iedere ochtend doe!

Het goede nieuws voor de spiegels is dat het toch niet van jou is, maar van de ander. Hoef je precies niks mee behalve je eigen conclusies uit te trekken.
Voor de schilderijtjes:
Zodra je dat beeld bij jezelf onder ogen durft te komen is het ook allemaal helemaal niet zo spannend meer.
Dat wat was, hoeft niet voor altijd zo te zijn.
En dat wat jij over jezelf denkt hoeft nog steeds niet andermans waarheid te zijn.

Ga maar eens tegen een spiegel praten. Wie praat er dan terug? Jup, jij. Dat ben ik niet, dat heb jij voor mij bedacht of zelf gecreëerd. Als je wilt weten wat ik vind? Zul je de waarheid over jezelf moeten ontdekken om mijn waarheid aan te kunnen. Waarschijnlijk kom je dan ook tot de conclusie dat die veel kleurrijker is dan je in eerste instantie zelf dacht. Begin maar eens met geen Sjakie meer zijn. Als jezelf komt een ieder vaak beter uit de verf.

Dus game over.
Of eigenlijk… game on.
Want ik ben nog lang niet uitgespeeld op deze aardbodem. Met mezelf dan.
Of gewoon normale spelletjes, als je durft. Ik ben namelijk BLOEDfanatiek (en ik beloof dat ik niet met tafels gooi).

Potje Mens Erger Je Nieten? Iemand?