
“ik zou zeggen – met een trotse glimlach en een blokje op mijn hoofd: ‘Kijk, ik heb iets veel mooiers gemaakt en ik heb nu ook een leuke hoed! ”
Getverdekkie, ik liep al dagen naar een knipperende cursor te staren om hier wat zwart op wit te krijgen. Is niks voor mij, want ik doe er normaliter maximaal een dagdeel over. Had ook helemaal een onderwerp in gedachten, maar dat werd iedere keer echt een heel apart, onsamenhangend verhaal. Baalde ik nog meer, want ik wil consistent blijven hier. Gelukkig is het allemaal niet zo moeilijk. Moest gewoon even in de blender wat de reden hiervan was. Ben ik inmiddels achter, en in plaats van het onderwerp dat ik eigenlijk had bedacht, ga ik het gewoon even helemaal anders doen. Komt de volgende keer wel.
Nu eerst verklaren waarom het niet lukte. Ik had namelijk stress. Wat niks voor mij is, want ik heb zelden stress. Als ik dat wel heb, gaat er iets niet goed in m’n leven, want dan zit ik met een stokkie in m’n eigen wiel te porren en dat fietst niet zo lekker. Gelukkig helpt schrijven en is dit een mooi accuraat voorbeeldje van het hier en nu geworden.
Kasteel
Toen ik jonger was, vond ik creatieve mensen een beetje apart.
Dat was in de tijd dat ik én mezelf nog niet zo goed kende, én nog moest ontdekken dat niet ieder mens hetzelfde denkt/doet. Al lange tijd weet ik beter, en dit is een gevalletje: wat je zegt, ben je zelf. Ik ben zelf een weirdo, want ik behoor hartstikke tot die categorie (met trots).
Dat niet iedereen hetzelfde is, mag duidelijk zijn. Ik ga mijn lieve grote zus en mezelf even als voorbeeld nemen. Mensen denken vaak dat wij heel erg op elkaar lijken, wat in sommige dingen ook absoluut klopt. Maar als je ons – vroeger als kleine frommeltjes, toen we nog onaangeraakte pure zieltjes waren – op dezelfde leeftijd samen in een lege ruimte had geplaatst, dan konden de verschillen niet duidelijker worden.
Stel, je gaf ons dezelfde (zeer belangrijke) individuele opdracht om uit te voeren, waarbij links een kasteel van blokken stond en rechts de benodigdheden om deze na te bouwen?
Dan ging dit als volgt:
We beginnen met een gemeenschappelijke eigenschap: we zijn beiden bloedfanatiek en gedreven. Maar dan komt het…
Mijn zus is van nature een fantastische strateeg en zou eerst rustig zitten en alles aandachtig bekijken. Ze maakte eerst een plan en probeerde het daarna uit te voeren.
Dan heb je mij. Ik ben de wandelende tornado en sprintte naar de blokken toe, trok alles eerst ondersteboven en ging gewoon een beetje lopen kloten. Ik zag wel waar ik uit kwam.
Als mijn zus er niet uitkwam, frustreerde dit haar waarschijnlijk, want zij wil dat voorbeeld heel graag namaken en blijft daarbij.
Als het mij echt niet lukte en ik merkte dat ik gefrustreerd raakte? Dan ging ik gewoon iets heel anders bouwen dan eigenlijk de bedoeling was.
Zag zij mij spartelen? Dan stond ze al klaar om me, als grote zus, te helpen door te vertellen hoe het moest.
Zag ik haar ploeteren? Dan ging ik naast haar zitten, gaf haar een knuffel, zei dat ze het wel kon – en als het niet lukte, dat het ook oké was. Daarna liet ik haar weer haar eigen ding doen.
Wanneer de opperbevelhebbers van deze knetteridiote opdracht binnen zouden komen en zagen dat het geen van ons beiden was gelukt?
Dan zouden ze mijn zus met een beteuterd koppie aantreffen, want zij is teleurgesteld.
Mij zouden ze heel tevreden aantreffen, en ik zou zeggen – met een trotse glimlach en een blokje op mijn hoofd: ‘Kijk, ik heb iets veel mooiers gemaakt en ik heb nu ook een leuke hoed! Mag ik nu wat anders doen?’.
De opdrachtgevers gaan zich waarschijnlijk vooral richten op mij, want tot grote irritatie wordt mijn aanpak compleet afgekeurd: dit is fout, want dit is niet wat wij vroegen.
Vervolgens krijgen we een tweede kans met dezelfde opdracht, dit keer met tips. Onze gezichtsuitdrukkingen wisselen om. Zus krijgt een smile, en ik word een pruilende kleuter met armpjes over elkaar. Zus gaat fanatiek aan de slag, want ze heeft weer frisse moed om af te maken waar ze aan begonnen was.
Ik ga onderhandelen: ‘Prima, ik wil het best nog een keer doen, maar jij gaat hier naast mij zitten, doet het voor en dan pleur je dat stomme kasteel maar weer om. Pas dan wil ik nog een poging doen, want ik heb het geprobeerd, maar je ziet toch dat ik er niet uit kom alleen?!’
Goed of fout
Mega interessant trouwens: de meeste mensen kiezen nu automatisch een kant, alsof het ene leuker of beter is dan het andere. Dat vond ik ooit ook, maar inmiddels kan ik het heel goed ontleden.
We zijn allebei zorgend, sterk en slim – maar totaal anders in vorm. Zij is de oplosser, ik ben de verzachter. Zij geeft richting, ik geef ruimte. We willen allebei het beste – alleen onze wapens zijn anders.
En richting anderen komt het allemaal voort uit dezelfde bron: liefde.
*Of gewoon heel praktisch: zij werkt van nature van denken naar doen, ik van doen naar weten*.
‘Verkeerde’ afslag
Als klein zusje keek ik natuurlijk altijd naar mijn grote zus op (nog steeds trouwens). Ik ben opgegroeid met voornamelijk van nature strategen in mijn omgeving. Mijn vader en zus zijn echt de schakers des levens, wat ik heel cool vind. Ik snapte dus eigenlijk heel lang niet hoe mijn eigen brein werkte, want ik had daar geen voorbeeld van . Ik denk niet rechtlijnig, ik denk in mogelijkheden. Gaat het linksom niet, dan doe ik het rechtsom. En als ik er echt geen kasteel van kan maken? Dan maar een hoed. Alleen was dat ook heel vaak ‘fout’ en dat vond ik ontzettend vermoeiend.
Het goede nieuws is dat ik een kameleon ben en me makkelijk aan kan passen. Wat ik ook goed kan, is observeren – zoals in bovenstaand voorbeeld. Ik kijk gewoon hoe een ander het doet, en dan kan ik het daarna ook vaak, als ik het maar graag genoeg wil. Zo ook een strateeg worden.
Daarom ging deze creatieve tornado (ja echt) een juridische opleiding volgen. Vind ik nu echt heel grappig, want iets rechtlijniger dan wet- en regelgeving bestaat er bijna niet. Het is dat ik het interessant vond en een groot moreel kompas heb. Ik had altijd de ambitie om of officier van justitie of advocaat te worden omdat ik iets ‘goeds’ wilde doen in deze wereld. Daardoor hield ik het ook vol, maar heel eerlijk? Mijn god, wat een stijf gedoe vond ik het.
Mijn eerste reis alleen was naar Amerika. Ik ging een summercourse volgen op Berkeley University: Law, Politics and Society. Ik vond het Amerikaanse recht echt een stuk uitdagender, want daar komt het vooral neer op jurisprudentie. Daarom staat er op een magnetron dat je je kat er niet in moet stoppen. Iemand zou dat hebben gedaan & won de rechtszaak – want ja: nergens stond dat het niet mocht.
*is niet waar, maar wel een bekende mythe*
Waar het op neerkomt: ik vond dat veel leuker, juist omdat ik daar wél op zoek kon naar de uitzonderingen en omwegen. Lange leve common law.
Maar helaas, ik woonde in Nederland en had vooral te maken met civil law. Ik heb het hier best lang volgehouden binnen deze branche, maar heel eerlijk? Dat was omdat het lekker verdiende. Ik werd er intern echt doodongelukkig van.
Ik deed zo mijn best om mee te draaien, maar ik paste er gewoon niet in. Ik streek de kat aka mezelf compleet tegen de haren in.
Carrière twee
Tijdens mijn studie voetbalde ik ook. Daar ging ik het vitaliteitsdoel een beetje voorbij, want de enige plek waar ik scoorde was in de kantine, met bier en bitterballen tijdens de derde helft. De enige overeenkomst met de sport? Ik had de vorm van een bal aangenomen. Ja, ik was een tonnetje. Werd ik echt niet blij van, en dus besloot ik om te stoppen met voetbal en een Personal Trainer in de arm te nemen, die mij hielp om af te vallen.
Luisteren. Kijken. Uitvoeren. Zo gezegd, zo gedaan: binnen no time was ik weer in m’n gewenste shape. Vond ik heel interessant, het menselijk lichaam en hoe dit precies werkte. Dus daar ging ik me, vanuit mezelf, helemaal in verdiepen. Als een soort spons wilde ik zoveel mogelijk kennis opdoen.
Het sporten was voor mij een heerlijke uitlaatklep tussen mijn strategische werkzaamheden door. Ondertussen werd mijn Personal Trainer mijn mentor, daarna een goede vriend, en uiteindelijk mijn werkgever. Naast mijn gewone werk ging ik ook als trainer bij hem aan de slag. Een fijne afwisseling, maar op de lange termijn niet echt bevredigend.
Ik vond sporten, voeding en doelen behalen zelf heel leuk, omdat het voor mij een prachtig spelletje was om mezelf te kunnen verbeteren. Maar dat betekende niet dat ik het leuk vond om structureel les te geven aan anderen. Wat ook niet meehielp: ik mag dan wel goed zijn met taal, maar getallen vind ik echt de hel. ‘2, 5, 10… 8? 30? Kut, ik ben de tel kwijt – doe er nog maar twee.’ Werd ook niet altijd in dank afgenomen. Sorry.
Copy paste influencer
Toen ik het reizen eenmaal had ontdekt, begon door de jaren heen mijn creatieve kant steeds meer tot uiting te komen. Elke keer als ik op pad was, werd het weer duidelijk: ik maak het liefst dingen – d.m.v. schrijven, filmen en fotograferen.
Eigenlijk heb ik mezelf daar, gaandeweg, alles zelf aangeleerd wat ik nodig vond. Uren kon ik achter mijn computer zitten om rustig alles uit te pluizen, om het vervolgens al doende te leren. Het editen, bewerken – net zolang tot het een eigen stijl werd.
Het was 2018 toen het mijn missie werd om al reizend mijn leven te spenderen. Destijds had ik ook de ambitie om daar zelfs mijn werk van te maken. Hoe? Een succesvolle, grote influencer worden, want dan word je uitgenodigd voor gratis reisjes en dat is natuurlijk helemaal de shit (absoluut niet waar als je het mij vraagt – weet ik inmiddels door mijn huidige online werk achter de schermen).
We besloten een website te bouwen en een Insta-kanaal aan te maken. Mijn ex vond dit een goed idee, en zo kwamen we toentertijd ook met het idee om op wereldreis te gaan.
In 2020 wilden we voor onbepaalde tijd vertrekken, maar tussen het sparen door maakten we ook gewoon reisjes. Was maar goed ook, want dit was een mooie test.
Lang verhaal kort: vooral ik werd er geen leuker mens van.
Vooral die ene reis moet ik nu heel hard lachen om mezelf. helemaal als ik de foto’s terugzie. De reis zelf was te gek hoor, maar mijn god, wat een toestand was dit tussendoor.
De kiekjes? Naja – ik ben geen model. Niet lachen, wel krampachtig poseren. Copy-paste vibes.
Ik durf ook wel toe te geven dat er één specifieke scène plaatsvond waarin ik zo dramatisch deed om een mislukte foto, dat ik er nog steeds, opnieuw mijn excuses voor wil aanbieden.
Hij had terecht mogen zeggen: ‘Elise, de Filipijnen is een fantastische plek om spoorloos te verdwijnen. Als jij dit nou eens even doet en weer terugkomt als je normaal kunt communiceren? Dank je.’
Maar hey, is al zeven jaar geleden en heb ik van geleerd.
Tip: het is ook doodzonde om op de mooiste, natuurlijke, pure plekken op deze aardkloot een gemaakt beeld te willen creëren. Is een beetje als met from scratch handgemaakte pasta verzuipen in een kant-en-klaar Knorr-sausje en bestrooien met plastic cheddar cheese. Best wel heel erg zonde van de moeite als je het mij vraagt.
Toen we echt op wereldreis gingen in 2022 (kwam een besmette vleermuis tussen die de boel vertraagde), was het allemaal al heel anders. Geen likes voor de likes – gewoon twee reizende mensen die hun passie volgden en dit vastlegden.
Dat werkte top – en ik werd er zóveel blijer van. Het reizen werd daardoor weer van ‘mij’. En wat er ook uit voortkwam? Ik deed waar ik gelukkig van werd: reizen, vastleggen, delen. Met of zonder succes, mijn keuze.
De beelden die daaruit voortkwamen zijn mij ook ontzettend dierbaar. Niet perfect, maar wel echt. Precies wat ik graag vastleg.
Papiertjes
Eenmaal terug in Nederland was ik eventjes een verloren zieltje. Niet alleen om alles wat hier al beschreven is, maar ook omdat ik weer terugkwam in het snelle, drukke, het-moet-NU-en-groter-beter-prestatielandje. Pfoe, chill a.u.b..
Maar goed, heus niet dat mensen zich aan gaan passen aan mij – dat moest andersom (lukte niet helemaal maar geeft niet).
Ik wist vooral dat ik niet meer het werk wilde doen dat ik tot heden altijd had gedaan. Ik was mij alleen helemaal niet bewust dat de aangeleerde kunstjes ook gewoon een prominent plekje op mijn cv mochten krijgen.
Uiteindelijk kreeg ik een nieuwe baan. Ook daar was ik vergeten te benoemen dat ik handig was met Photoshop, wat daar goed van pas kwam.
Het werk en de collega’s waren hartstikke leuk, alleen het gekaderde 9-tot-5-regime bezorgde me echt acute allergie. Het enige wat ik dacht, is: ik-kan-dit-niet. Laat me gewoon eventjes een rondje hobbelen wanneer ik dat nodig vind. Dan doe ik daarna het werk waar ik nu vier uur over doe in 30 minuten.
Mijn brein heeft het al zo druk – het moet gewoon wat zuurstof zo nu en dan, anders gaan er allemaal gekke belletjes rinkelen die heel naar klinken en mij afleiden. Totaal niet productief om mij dan in een kooitje te zetten met een kookwekker ernaast.
Leuk toeval trouwens: ineens verzamelde ik steeds meer creatieve mensen om me heen. En dat voelde als een verademing.
Alles bij elkaar was genoeg reden om vorig jaar augustus mijn baan op te zeggen. Met als doel: voor mezelf beginnen.
Dus, hartstikke leuk al die diploma’s – maar ik deed er precies niks mee.
Ik heb een juridische opleiding met allerlei gezondheids-/sportpapiertjes en de eindstand is dat ik alleen een telefoon en laptop nodig heb.
Hartstikke pijnlijk voor de portemonnee, maar hey – wel leerzaam. Nul spijt van, want ook dat vind ik zonde.
De cursus Spaans was wel vrij overbodig trouwens. Ik heb nog nooit in het Spaans hoeven vragen hoeveel een appel kost, dus dat heb ik nooit onthouden.
Note to self: je leert de belangrijke dingen des levens vanzelf wanneer het echt aan de orde is.
Zoals toen ik een half jaar in Zuid-Amerika spendeerde:
¿Pido una cerveza, por favor? Supergracias.
Leerschool
Nu ik wist wat ik precies wilde (o.a. content maken voor anderen), was het alleen nog even uitvinden hoe. Kom je maar op één manier achter: gewoon doen.
Ik heb mezelf van de nodige zekerheden voorzien om genoeg tijd over te houden om mijn creatieve kant z’n ding te kunnen laten doen. Ik wilde dan ook geen opdrachten aannemen die niet bij mij pasten. Was een hele leuke leerschool, kan ik je vertellen.
Het belangrijkste wat ik nodig had voor mijn werk? Vertrouwen en vrijheid. Daarom deed ik de klussen ook gratis, want zo kon ik een portfolio opbouwen die liet zien wat ik kan. Dat vond ik echt te gek. Vooral mijn eerste klus was leuk: met kinderen. Net als dieren zijn die gewoon zichzelf. Ik hobbel er wat achteraan — zij doen hun ding en dát is precies wat ik zoek: puurheid. Bedoel ik overigens niet onaardig hoor, maar ik heb genoeg volwassenen die ineens heel spastisch gaan doen en een soort act denken te moeten uitvoeren.
Hoeft echt niet. Just do your thing – ik ben een muurbloem (oké, met een camera in mijn hand), maar negeer me maar gewoon. Mits je niet wilt worden verwerkt in mijn beelden, want als het gemaakt gedoe is, gebruik ik het niet. Sorry not sorry, maar vind ik gewoon niet mooi. Tenzij ik je tussendoor even een onzekere blik zie geven — die wil ik wel van je zien, want dat is kwetsbaar en dus echt.
Afijn, dat ‘gratis’ heeft z’n voordelen, want je bent niet mijn opdrachtgever — ik verleen je een gunst — en daarmee hield ik controle over mijn creativiteit.
Ondertussen kwam het schrijven ook weer om de hoek. Iemand vond mijn stijl tof en vroeg of ik als ghostwriter zijn stem wilde vertalen door zijn verhaal te vertellen. Wilde ik best proberen, maar bleek geen succes. Is namelijk niet mijn ervaring, heb ik wel beeld en gevoel bij, maar is nog steeds subjectief. Ik kan veel vastleggen, maar niet wat er in jouw hoofd omgaat.
Zo kwamen er steeds meer dingen bij, het een werkte wel en het ander werkte niet. Ook mijn oude vaardigheden werden vaak genoeg weer boven tafel getrommeld:
“Wil je mij personal training geven of helpen met mijn fysieke doelen?”
“Nee.”
“Oh.”
Ja, sorry, ik wil met alle liefde een stukje van mijn kennis en ervaringen delen, maar de enige reden dat ik er goed in ben geworden is omdat ik zelf heb geïnvesteerd in mijn doelen. Door mij over te geven aan coaches, trainers, clinics – oftewel: alles en iedereen die het beter wist en kon dan ik. Dat doe ik vandaag de dag nog steeds. Ik kies er maandelijks voor om mijn zakgeld daaraan te spenderen. Is elke euro waard want die mensen hebben skills en dus waarde, wat zich later weer aan mij uitbetaald.
Iets kunnen en willen zijn ook twee verschillende dingen trouwens. En zelfs al wil ik het wel kunnen, dan nog betekent dat niet dat ik er de beste persoon voor ben. Het is namelijk niet mijn passie, ik sta daar niet in mijn kracht. Die investering was eigenlijk altijd gewoon een cadeautje aan mezelf.
Misvatting
Hier komt de grootste misvatting én meteen de clou van waarom ik stress kreeg. Waarom ik ooit liever een strateeg wilde zijn, dan mijn creatieve brein haar kunstjes liet doen.
We gaan weer even terug naar dat kasteel.
Stel: ik had in dat voorbeeld — naast een hoedje — een heel ander kasteel gebouwd. Iemand ziet dat, vindt het te gek en zegt: “Wil jij ook een kasteel voor mij maken?”
Mijn reactie: “Maar natuurlijk. Te gek, gaan we doen!”
Ik vlieg erin — vol enthousiasme, uit elkaar spattend van energie — trek de blokkendoos ondersteboven en dan begint het…
“Uhmm, klein verzoekje: ik wil graag dat mijn kasteel een hele grote vierkante toren heeft in plaats van rond.”
“Okee… *schakelmomentje* ik ga m’n best doen.”
“Trouwens, ook nog iets anders hè? Geen blauw gebruiken, wel paars maar niet violet, maar die ene — weet je wel?”
“Nee, ik weet dit niet. Wat bedoel je?”
“Je bent toch visueel ingesteld? Dan weet je toch wel wat ik bedoel? Hier heb je een moodboard.”
En zo komt er steeds meer bij…
Als je dan een beetje oplet, zie je wat er hier gebeurt:
Ik ben niet iets aan het creëren — ik moet iets namaken.
Er wordt van mij gevraagd om exact die blokjesconstructie in elkaar te zetten, zoals diegene hem in zijn/haar hoofd heeft.
Alleen… mijn kasteel was cool omdat het in míjn hoofd zat. Daarom ging het vanzelf. Geen restricties, geen eisenlijstje, geen script.
Dát is creativiteit.
Maar in het hoofd van menig strateeg werkt dat anders.
“Jij hebt toch ooit een kasteel gebouwd? Doe dat ‘gewoon’ weer.”
Er wordt druk op mij gelegd, maar daar kan ik niks mee dus ik geef die druk terug.
Net als bij die opperbevelhebber zeg ik dan:
“Prima, maar dan ga je hier naast me zitten en doe je het voor — anders gaat het niet lukken.””
Wat eigenlijk gewoon betekent: je hebt geen flikker aan mij, want jij weet het beter dan ik. Vind ik persoonlijk helemaal niet erg, ik heb niet de ambitie om alles (beter) te kunnen.
Doe je dat niet?
Tja, dan krijg je misschien niet het gewenste kasteel… maar wel een hoedje (in dit geval is het dit verhaal TADA).
Voor sommige mensen is dat een error in hun zorgvuldig geprogrammeerde Excel-hoofd.
Of — om een ander voorbeeld te geven: dan ben ik in the end gewoon degene die de camera vasthield.
*Applaus voor dit wandelende statief*.
Btw: volgens mij heeft nooit iemand aan Leonardo da Vinci gevraagd:
“Zou je de Mona Lisa alsjeblieft genderneutraal willen maken? Misschien een snorretje erbij, en een glitterhoedje? Vind ik mooier.”
Waarschijnlijk had die beste man zo’n error gekregen dat Mona Lisa nooit had gesmiled.
Sterker nog: ze had keihard gehuild.
Als ze überhaupt nog had mogen bestaan van haar talentvolle maker.
Daarbij komt, ik weiger ook om dit kunstwerk na te maken. Dan zie je gelijk al waar het mis gaat. Grote kans dat ze dan ineens wel heel mannelijk is en ineens een slurf heeft. Ik kan helemaal niet goed tekenen of schilderen.
Tot slot
Nu doe ik heus niet alles gratis, ik ben niet van het fonds. Mijn kennis en ervaring heeft waarde. En als je alleen maar komt halen voor jezelf dan vind ik je niet aardig.
Maar als ik het niet zeker weet of ik het kan? Dan vraag ik er in eerste instantie ook geen geld voor want ik krijg er ervaring voor terug. Zo ook voor de opdracht waar ik vorige week stress van kreeg, wat een gunst was. Dit was meer een gevalletje: “Ik moet je helaas teleurstellen” (wat volgens mij niemand leuk vindt om te doen).
Ik vind het vooral vandaag de dag nog steeds ingewikkeld dat men het wil ombuigen naar logica. Dít is mijn logica.
Inmiddels heb ik de perfecte balans en doe ik ook alleen maar de dingen die ik leuk vind — en de rest besteed ik uit. Dikke aanrader. Want dit maakt dat ik voor het eerst kan zeggen:
‘I LOVE MY JOB’.
Het is niet helemaal zwart-wit, gelukkig. Wanneer je van nature een dominante strateeg bent, kun je nog steeds creatief zijn — en vice versa. Het een sluit het andere niet uit. Mijn zussie is namelijk ook een talentvolle schrijfster, wat ook haar creatief maakt. Ons papsie kan fantastisch tekenen. Waar ik alleen inmiddels achter ben, is dat mijn natuurlijke aard heel lang een ondergeschoven kindje was — door mijzelf. Daardoor haalde ik mezelf volledig uit mijn kracht, want mijn creatieve kant is echt heel luid aanwezig en heeft honger. Daarnaast ben ik ook nog steeds een aangeleerde strateeg. Die kreeg jarenlang drie maaltijden per dag, maar bleef toch ondervoed naar bed gaan. Want die andere kant – de creatieve – had ondertussen trek in álles en knaagde uit wanhoop nog net niet aan het bed zelf.
Alle kennis die ik heb opgedaan is ook zeker niet voor niks. Het is hartstikke handig dat ik weet dat een kettlebell leuk gereedschap is voor een workout. Vijftien jaar geleden had ik het een prima deurstopper gevonden.
Het is een kwestie van smaak en/of krachten samen willen bundelen — en net als alles daarmee: dat past, of dat past niet — beiden helemaal oké. Maar we hebben wel van ieder wat nodig, samen versterkt het pas. Dus of je nou een strateeg, creatieveling, analist, uitvoerder of visionair bent: hartstikke prachtig. We all need you.
Iedereen is anders, en mijn creatieve brein is niet het probleem. De verwachting dat iedereen volgens hetzelfde stramien moet denken — dát is wel een dingetje. Want creatief blijven in een wereld die vooral vraagt om voorspelbaarheid en controle, is soms best lastig.
Hoe harder men roept: “Dat kan niet!” hoe harder ik denk: “Nou, dan juist wel.”
Mogelijk betekent dat een teleurstelling voor een ander, maar ik neem nou eenmaal ook genoegen met een hoedje.
Word ik namelijk heel blij van!
Iemand een originele Elise creatie?
*Bestellen kan op aanvraag*